Voorwerpen als mijlpalen in mijn leven
Het eerste voorwerp dat mijn verleden kleurt, is een versleten knuffelbeer met een scheve neus en een los stiksel aan één poot. Als kind sleepte ik hem overal mee naartoe: in bed, in de auto, zelfs naar de dokter. De stof werd dunner, de vulling schoof naar één kant, maar juist die slijtage maakte hem vertrouwd. Hij rook naar huis, naar veiligheid en naar avonden waarop iemand mij instopte en het licht zachtjes uitdeed. Nu roept die beer vooral een warm gevoel van geborgenheid op, en het inzicht dat hechting vaak schuilt in kleine, ogenschijnlijk waardeloze dingen.
In mijn jeugd werd een eenvoudige discman mijn vaste metgezel. Het was een zilverkleurig apparaat met krassen op het deksel en een klep die je soms twee keer moest dichtklikken voordat hij werkte. Ik gebruikte hem op de fiets, in de trein en ’s avonds op mijn kamer, met goedkope koptelefoontjes die altijd in de knoop raakten. Door die discman ontdekte ik muziek als toevluchtsoord: cd’s die ik eindeloos herhaalde, teksten die ik uit mijn hoofd leerde, en het gevoel dat niemand mij echt begreep behalve de stemmen in mijn oren. Als ik eraan terugdenk, voel ik zowel de eenzaamheid van die periode als de kracht van het besef dat je je eigen binnenwereld mag vormgeven.
Later, aan het begin van mijn volwassenheid, werd een tweedehands laptop een soort poort naar een nieuw leven. Het toetsenbord was deels afgesleten, sommige letters waren bijna onleesbaar, maar juist daarop schreef ik mijn eerste serieuze teksten, sollicitatiebrieven en plannen die ik nooit helemaal durfde uit te voeren. De laptop stond op een wankel bureau in kleine kamers: studentenkamers, tijdelijke huurwoningen, plekken waar niets echt van mij leek te zijn behalve de woorden op het scherm. De herinnering eraan is dubbel: aan de ene kant onzekerheid en financiële zorgen, aan de andere kant de opwinding van mogelijkheden en het inzicht dat je toekomst vaak begint met een paar aarzelende zinnen.
Een ander belangrijk voorwerp is een eenvoudige mok met een afgebladderde opdruk, gekregen van een goede vriend(in). Jarenlang stond die mok naast mijn toetsenbord, gevuld met koffie of thee tijdens lange werkdagen. Hij werd een stil ritueel: de dag begon pas echt na de eerste slok. In de loop der tijd verzamelde de mok kleine barstjes en vlekken, net als de vriendschap die door verschillende fases ging: nabijheid, afstand, misverstanden en weer terugvinden. Als ik eraan denk, voel ik dankbaarheid en het inzicht dat duurzame relaties niet glanzend en perfect zijn, maar juist herkenbaar door hun littekens.
Tot slot is er een notitieboek met een harde kaft en een elastiek eromheen, dat ik ben gaan gebruiken in een periode waarin ik bewuster naar mezelf wilde luisteren. In dat boek staan onafgemaakte lijstjes, losse zinnen, twijfels en kleine overwinningen. Ik nam het mee naar parken, cafés en treinreizen, en schreef wanneer de gedachten te luid werden om alleen in mijn hoofd te blijven. Nu staat het in een kast, maar elke keer dat ik het opensla, zie ik hoe ik stap voor stap leerde om milder naar mezelf te kijken. Het roept een rustige, bijna zachte emotie op: het besef dat groei niet spectaculair hoeft te zijn, maar vaak schuilt in de stille sporen die je op papier achterlaat.
Verhalen, voorwerpen en mijn groeiende identiteit
Als ik terugkijk op de voorwerpen die mijn leven hebben begeleid, zie ik geen losse dingen meer, maar een doorlopend verhaal. Het versleten speelgoed uit mijn jeugd, de eerste eigen sleutelbos, een stapel schoolschriften vol krabbels en later de laptop waarop ik nachtenlang werkte: elk object draagt een stukje van mijn identiteit in zich. Ze vertellen samen hoe ik ben opgegroeid, welke keuzes ik maakte en hoe de wereld om mij heen veranderde.
De eenvoudige, vaak analoge voorwerpen uit mijn kindertijd – boeken met ezelsoren, cassettebandjes, fotoalbums – horen bij een tijd waarin alles trager en tastbaarder leek. Ze laten zien hoe belangrijk fantasie, spel en nabijheid waren. De spullen waren beperkt, maar intens gebruikt: een bal ging jaren mee, een knuffel werd overal mee naartoe gesleept. Die voorwerpen vertellen dat ik leerde hechten, zorg dragen en betekenis geven aan kleine dingen.
Later kwamen er andere objecten bij: een eerste mobiele telefoon, een OV-chipkaart, een agenda vol afspraken, studieboeken en uiteindelijk werkdocumenten. Ze weerspiegelen een periode van keuzes en verantwoordelijkheden. Ik zie in die spullen hoe ik stap voor stap zelfstandiger werd, hoe ik leerde plannen, reizen, studeren en werken. De overgang van papier naar scherm, van brieven naar berichten, laat ook zien hoe de tijd digitaler en sneller werd – en hoe ik daarin mijn eigen weg moest vinden.
Ook de meer persoonlijke voorwerpen – een sieraad met emotionele waarde, een kaartje van iemand die belangrijk voor me was, een souvenir van een reis – vertellen iets over mijn relaties en mijn innerlijke wereld. Ze markeren momenten waarop ik me gezien voelde, waarop ik durfde te kiezen voor mezelf, of juist leerde loslaten. Sommige objecten herinneren aan moeilijke periodes: een ziekenhuisbandje, een map met officiële papieren, een verhuisdoos. Toch laten juist die dingen zien hoe veerkrachtig ik ben geweest en hoe ik telkens opnieuw vorm gaf aan mijn leven.
Als ik al deze voorwerpen naast elkaar leg, zie ik een ontwikkeling van afhankelijk naar zelfstandig, van zoeken naar bewuster kiezen. De spullen worden minder toevallig en meer gekozen: een bepaalde tas omdat hij lang meegaat, een boek omdat het me echt raakt, een apparaat dat mijn werk of creativiteit ondersteunt. Ze vertellen dat ik me bewuster ben geworden van wat ik nodig heb, wat ik wil bewaren en wat ik mag laten gaan.
De veranderingen in mijn leven – verhuizen, studeren, werken, relaties beginnen en eindigen – zijn allemaal terug te zien in wat ik meeneem en wat ik achterlaat. Sommige objecten zijn verdwenen, maar de herinneringen die eraan vastzitten, draag ik verder in een andere vorm met me mee. Zo wordt mijn identiteit minder afhankelijk van bezit en meer van ervaringen, waarden en verbindingen.
Als ik vooruitkijk, stel ik me voor welke nieuwe objecten een rol gaan spelen. Misschien een notitieboek vol plannen, een e-reader met verhalen uit de hele wereld, een duurzame fiets, een pasje voor een nieuwe werkplek, of digitale tools die me helpen leren en creëren. Ik hoop dat die toekomstige voorwerpen vooral symbool staan voor groei, nieuwsgierigheid en zorg voor anderen en de wereld om mij heen. Welke dingen er ook bijkomen, ik wil ze bewust kiezen, zodat ze niet alleen mijn tijd weerspiegelen, maar ook de mens die ik wil worden.
